Eind mei, op 27 mei, liet gedeputeerde Koning aan een inwoner van Hillegom het volgende weten:
“Tot nu toe is er voor de Pastoorslaan-Zuid nog niet meer duidelijk dan de uitgangspunten van de motie die door de gemeenteraad Hillegom is vastgesteld. Wij zijn in afwachting van verdere details en planuitwerking op basis waarvan geconcludeerd kan worden of binnen de 3 hectare gebouwd zal worden.”
Het lijkt er op dat de provincie ergens op wacht voordat het ontheffingsverzoek in overweging kan worden genomen: details en een planuitwerking. In een planuitwerking zal de provincie waarschijnlijk willen zien hoe de gemeente binnen 3 ha. 470 flexwoningen op meerdere locaties denkt te kunnen neerzetten.
In de Hillegommer van dinsdag 2 juli staat op pg. 7 een artikel met de volgende kop: ‘Petitie tegen bouwen op bollenvelden aangeboden‘. Twee inwoners van Hillegom hebben op donderdag 27 juni een petitie met ruim 1.000 ondertekeningen aangeboden aan de burgemeester, omdat zij tegen het bouwen van flexwoningen op bollenvelden zijn.
In het artikel wordt ook duidelijk gemaakt dat de gemeente wacht op een principe uitspraak van de provincie, waarna – indien de provincie ermee instemt – een plan kan worden gemaakt voor de locatie.
Het artikel stelt onder meer:
“Bij een positief antwoord gaat de gemeente met omwonenden in gesprek om uiteindelijk te komen tot een plan voor de locatie. Omwonenden kunnen meedenken over waar en hoe de flexwoningen worden geplaatst. De gemeente is daarbij wel afhankelijk van de grondeigenaren en de regels van de provincie.”
Wachten provincie en gemeente nu op elkaar?
Afgezien van het wachten: hoe weet de gemeente dat er meerdere grondeigenaren zijn waaruit een keuze gemaakt kan worden? Heeft de gemeente contact met meerdere grondeigenaren, zodat er een keuze is? Is de grond van die eigenaren dan nog niet verpacht? Wachten meerdere grondeigenaren met verpachten totdat de inwoners hebben meegedacht?
De keuzes lijken al gemaakt in de veronderstelling dat de provincie instemt. En met de wetenschap dat inwoners wel kunnen meepraten, maar niet kunnen meebeslissen. Waardoor het meepraten ook niet zoveel zin heeft. Behalve dan dat er dan participatie heeft plaatsgevonden.