Om het woningprobleem op te lossen heeft het vorige kabinet (Rutte IV) er voor gekozen om woningbouw weer van bovenaf te plannen. Ofwel 960.000 woningen in negen jaar in de periode 2021 tot en met 2030, dus 100.000 per jaar. Die bouwopdracht werd zorgvuldig uitgestrooid over de provincies. En provincie Zuid-Holland verdeelde de opdracht weer over bestuurlijke regionale eenheden, in ons geval Holland Rijnland.
Voortvloeiend uit de nationale opdracht heeft Hillegom ca. 3,9% van de opdracht van Holland Rijnland (30.500 woningen) ontvangen. Zo kreeg Hillegom de opdracht om 1.190 woningen toe te voegen in de periode 2022 tot en met 2030, ofwel ca. 122 woningen per jaar. Een redelijke bouwopgave in lijn met wat Hillegom door de jaren heen gemiddeld heeft bijgebouwd.
De nationale bouwopdracht is voortgekomen uit complexe demografische modellen. Het is dan ook niet de bedoeling om als gemeente veel meer of minder bij te bouwen. Deze opdracht is dus een vervanging van de lokale opdracht die gemeente Hillegom zich in het coalitieakkoord heeft gesteld. En er dient gestreefd te worden naar: 30 sociaal, 35% midden en 35% vrije sector.
Gemeente Hillegom moet zich dus niet druk maken om zo veel mogelijk te bouwen, maar om de opdracht van het rijk in te vullen. Kortom, Hillegom moet een slag maken van denken in kwantiteit, naar denken in kwaliteit. En dat blijkt niet mee te vallen.
Dus niet 1.872 woningen + 400 flexwoningen is 2.272 woningen in de periode 2021 t/m 2030.
Dus wel: ongeveer de helft, dus 1.190 woningen in de verhouding sociaal, midden vrije sector.
Als alle gemeenten zich aan de nationale opdracht houden ontstaan de gewenste aantallen die voorzien in eigen behoefte voor jongeren, in doorstroming, in verhuizing van en naar Hillegom, etc.
Denken in kwaliteit sluit ook aan bij de duurzame visie die gemeente Hillegom zich heeft aangemeten. Maar duurzaam denken en duurzaam doen is twee.
